Voor één van mijn leerlingen is dit daadwerkelijk het geval. Zij heeft enkele jaren in het buitenland gewoond en heel veel Engels gesproken. Het Nederlands stond al die tijd op de achtergrond waardoor nu een lichte taalachterstand is ontstaan. Tijdens het oefenen van een tekst kwamen we het woord ‘vaderland’ tegen. Lacherig en vol overtuiging zegt ze: ‘Hé, dat klopt helemaal niet. Het is toch moederland, want het is ook moedertaal.’
Terechte opmerking en een mooie constatering, die ik zelf nog nooit had gedaan. Dat zegt meer over mij, want wat blijkt, het internet staat vol met vragen en antwoorden over dit opvallende taalverschijnsel. De uiteindelijke verklaring voor deze merkwaardigheid is jammer genoeg niet zo heel verbluffend: een kind wordt in de eerste levensjaren vooral door moeder opgevoed, waardoor hij of zij ook vooral de taal leert door het intensieve contact met moeder. Wat later in de opvoeding, wanneer er verdedigd en gevochten moet worden voor een stuk land, speelt vader een grotere rol.
Het blijkt niet zo te zijn dat elk land vanzelfsprekend het mannelijke geslacht toegewezen krijgt en het woord vaderland gebruikt. Zo spreekt Rusland bijvoorbeeld van een moederland en Duitsland weer van een vaderland, net als veel andere Scandinavische landen. In het Engels gebruiken ze moedertaal: mother tongue, maar daar is zowel fatherland als motherland goed. Daarmee verwijzen ze naar het land van herkomst van hun vader of moeder en niet zozeer naar hun eigen land van herkomst, want dat zou weer homeland zijn.
De internationale eenduidigheid is dus behoorlijk ver te zoeken. En om de verwarring nog groter te maken, het geslacht van het Nederlandse woord ‘land’ op zich is onzijdig. Moederland is dus eigenlijk niet per se heel logisch. In de hype van genderneutraliteit zou ‘henland’ nog niet eens zo verkeerd zijn. Ik heb na die terechte opmerking van mijn leerling toch maar braaf verteld dat het toch echt vaderland is, want hè, 'zo hebben mensen dat lang geleden nu eenmaal bedacht.'