Aan de andere kant van de taalgrens

Regels zorgen voor houvast. Ze maken een grens duidelijk en zorgen er op die manier voor dat je weet waar je af en aan bent. Datzelfde geldt voor regels in de taal; ze zeggen ons simpelweg wat goed en fout is. Op Facebook overschrijdt je tegenwoordig die talige grens al heel gauw wanneer je in een verhitte discussie een bericht post met spelfouten erin. Dan reageert je tegenstander onverbiddelijk met: ‘Leer eerst maar eens fatsoenlijk Nederlands, pas dan praat ik weer met je.’

 

In de online wereld bijten we ons dus soms behoorlijk vast in die taalregels. Best logisch nu ik er zo over nadenk, want als je mensen persoonlijk niet kent, is dat het enige (daar heb je het weer) wat houvast biedt. Je kunt uit een schrijfwijze namelijk aardig wat afleiden. Iets als: veel straattaal, dus jong of veel moeilijke woorden, dus hoogopgeleid. Maar wat het aantal spelfouten dan nu precies over iemand zegt, daar ben ik nog niet helemaal achter.

 

Regels zijn er ook om overtreden te worden. Zeker ook die in de taal. Als je een taalregel overtreedt, krijg je –op sociale media althans- te maken met de taalnazi’s, want zo heten ze. Zelf vind ik deze titel ietwat overdreven, maar dat terzijde. Zij zijn diegene die wijzen op je fouten. Taalwout of taalflik vind ik daarom toch beter passen.

 

Aan de andere kant van de taalgrens, daar waar die taalnazi’s uit hun neus kunnen eten en waar taalregels juist ontzettend goed worden toegepast, worden desondanks de regels soms toch ook nog overtreden. Hoe dan? Nou, dit komt door het fenomeen hypercorrectie. Bijvoorbeeld: ‘beeldhouwen’, verbeter je naar ‘beeldhouden’, omdat je denkt dat ‘beeldhouwen’ volgens het Brabants dialect is uitgesproken. Hoewel er dus de intentie is om de taalregel juist toe te passen, gaat het toch mis.

 

De regels worden bij hypercorrectie dus ook fout toegepast, maar dan richting de andere kant van de figuurlijke taalgrens. In de praktijk hoor ik jammer genoeg weinig hypercorrecties. Wel een klein voorbeeld: ‘de opsomming is als volgend: […]’ En misschien is dit strikt genomen wel niet eens hypercorrectie. De grens is soms flinterdun. Ik zou wel willen dat mensen vaker hypercorrigeren en de taal nog mooier willen maken dan dat die is. Ook al overtreedt je daarmee een regel, ik zou het zeker geen taalverloedering noemen. Eerder taalverrijking.