Tweetalige Limburgers

Ik ben deze week even in Weert en zo krenterig als ik ben, wil ik mijn auto per se gratis parkeren. Ik ken de plek niet op mijn duimpje en om zeker te weten dat ik de auto in een gratis zone heb staan, spreek een vrouw aan die in de deurpost naar haar spelende zoon kijkt. Zonder na te denken, doe ik dat met ‘u’ en in het ABN. Ze antwoordt netjes in het ABN terug en terwijl ik wegloop, hoor ik haar zoon vragen: ‘Wat vroog die mevrouw aan dich?’ Toen kwam het besef: natuurlijk, ook hier spreken ze nog steeds het Limburgse dialect. Waarom heb ik haar in godsnaam niet in het dialect aangesproken?!

 

Klaarblijkelijk spreek ik mensen niet meer aan in het Limburgse dialect zodra ik een -nog voor mijzelf onduidelijke grens- overga. Waarom? Geen idee. Het overkwam me. En hoewel ik de eerste volgende persoon die ik tegenkwam in Weert wél (heel bewust) in het dialect benaderde, ben ik absoluut niet de enige die steeds minder dialect spreekt. Het Limburgse dialect is op z’n retour, omdat volgens de geleerden steeds minder ouders het spreken met hun kinderen. Om onze bijzondere toontaal in ere te houden en het spreken ervan te bevorderen, is het sinds kort –en de liefhebbers kan het niet ontgaan zijn- uitgeroepen tot officiële streektaal.

 

Limburgers kunnen dus nu ook zonder gêne zeggen dat ze tweetalig zijn opgevoed en van de voordelen profiteren. Een tweetalige opvoeding is namelijk ontzettend goed voor de taalontwikkeling en je algemene verwerkingssnelheid zou aanzienlijk hoger zijn. Zo kun je logischerwijs snel schakelen tussen twee talen of dialecten. Ouders die kinderen met een dialect opvoeden, hebben natuurlijk niet de intentie om ze daadwerkelijk tweetalig op te voeden. Het wordt vanzelfsprekend van generatie op generatie overgebracht. En juist daarom verbaast het me dat het dialect dan toch langzaam aan het uitsterven is.   

 

Ik vraag me af of het Limburgs uitroepen tot officiële streektaal iets gaat veranderen aan het aantal gebruikers van het dialect. Naast dat we ons als Limburgers eindelijk niet meer ondergeschikt hoeven te voelen aan die Friezen, hoop ik toch dat het meer teweegbrengt. Want, een belangrijke functie van het dialect is dat het een wij-gevoel creëert en dat is ook buiten die 3 dagen vasteloavend best fijn! Zelf probeer ik ook het aantal dialectsprekers te laten aantrekken. Hoewel ik Nederlands praat met mijn vriend, vertroetel ik onze halfjaar oude pup altijd in het Limburgs. Hij moet het toch van íemand meekrijgen…